Sergeant Bertrand in Gonzo Circus: L’homme fatal
Zijn verliefdheid voor de Belgische studente Slavistiek Rose-Marie Vermeulen (tevens vertaalster van ‘Sergeant Bertrand’) bracht het jonge Russische schrijftalent Aleksandr Skorobogatov eind vorig jaar naar Antwerpen voor een verblijf langer dan zijn visum het toeliet, met als gevolg dat hij hier nu vastzit.
Dat is echter klein bier in vergelijking met de situatie waarin Nikolaj, het hoofdpersonage van Skorobogatovs verbluffend knappe prozadebuut, door zijn ‘verliefdheid’ terechtkomt. Tot hallucinaties toe gekweld door zijn onbeschrijflijk grote angst om zijn bloedmooie en hem erg toegewijde vrouw, een theateraktrice, te verliezen raakt Nikolaj elke controle over zijn ego kwijt. De duivelse aansteker van zijn ontembare paranoia lijkt Sergeant Bertrand te zijn, die op een zekere avond geheel onaangekondigd als een sluimerende ziekte uit zijn jeugdjaren zijn huis en (bovenal of enkel?) zijn geest binnendringt. Aangewakkerd door diens geflirt met zijn vrouw en dubbelzinnige, schunnige toespelingen raakt Nikolaj verstrikt in een spiraal van verdachtmakingen waarbij hij in waanvoorstellingen zijn tot femme fatale verworden vrouw met andere mannen betrapt. In zijn drang (zeg maar drift) om zijn vrouw letterlijk en figuurlijk tot zijn lijfeigene te maken ontpopt hij zich tot een ware tiran, die met een voyeuristische ziekelijkheid zijn bezit bespiedt.
Voor de lezer is het allesbehalve gemakkelijk om onmiddellijk uit te maken wat er van Nikolajs bizarre, schizoïde bewustzijnsstroom nog realiteit is en wat niet. Skorobogatov is er immers op een erg funeste wijze in geslaagd verschillende bewustzijnsniveaus- en toestanden door elkaar te weven: dromen, dronkenschap, theaterspel, jeugdherinneringen,…. Het zijn allemaal fictionele verhaallagen in de fictie van het verhaal zelf. De uitdaging bestaat er dus in om als lezer langzaam maar zeker een beetje inzicht te krijgen in dit kluwen.
Het belangrijkste, tevens meest beangstigende inzicht waarvan Skorobogatov de lezer met dit knap stukje psychologische archeologie overtuigt, is dat er onder de schijnbaar rimpelloze oppervlakte van het rationele denken, in de kerkers van de (viriele) geest, gebochelde, potentiële psychos leven. Een psychoanalytisch vademecum als lectuurhulpje is toegelaten.
SF, Gonzo Circus, Gonzo Circus, nr 6 — januari-februari 1993