Sergeant Bertrand in Het Laatste Nieuws: Aleksandr Skorobogatov: een ‘jonge god’ uit Rusland
Van Russische romans zijn we gewoon dat ze niet alleen dik zijn, maar ook een grote les bieden. Heel wat werken van de klassieke Russische literatuur en van de 20ste eeuw bevatten veel levenswijsheid en een belangrijke boodschap. De laatste tijd schijnt daar verandering in te komen.
In de perestroika-periode zijn een paar literaire werken verschenen die al deze verwachtingen aan hun laars lappen en vaak nog bewust ook: geen boodschap meer, laat staan levenswijsheid, en ook op het zuiver literaire viel vaak nogal wat aan te merken. Vele ervan getuigen van de allesoverheersende chaos in Rusland — het vaak onontwarbare kluwen in de hoofden én in de lagere regionen van de Russen. In die zin zou je natuurlijk kunnen zeggen dat ze een weerspiegeling zijn van de postcommunistische puinhoop, en aldus zijn ze dan toch weer relevant.
De meeste werken die nu verschijnen, hebben een aantal jaren in de lade liggen wichten. Vaak waren zij voor die tijd schokkend of vernieuwend en gedurfd, maar in een vorm of stijl die nu niet meer aanspreekt. Zelfs de schandaalauteur Viktor Jerofejev met zijn ‘schokkende’ roman Een schoonheid uit Moskou is daar een duidelijk voorbeeld van: in het begin van de jaren tachtig geschreven, dus nog in volle stagnatie onder Brezjnev met zijn talrijke taboes, maar nu pas gepubliceerd. Helemaal anders is dat met het verhaal Sergeant Bertrand van de jonge Russische schrijver Aleksandr Skorobogatov. Het is absoluut uniek in de Russische literatuur in het algemeen en in die van de laatste jaren in het bijzonder. De auteur is een “mooie jonge god” die er vorig jaar in geslaagd is dit verhaal in Rusland te publiceren, wat een hele heksentoer is, omdat ten eerste de uitgeverijen overstelpt worden met manuscripten uit de tijd van voor de perestrojka, en ten tweede omdat Russische uitgeverijen in de miserabele omstandigheden waarin Rusland verkeert (levensduurte, hollende inflatie, papiertekort) nog praktisch alleen oog hebben voor kassuccessen (allerlei schandaalboeken over de losbandige monnik Raspoetin of talloze minnaars van Katarina de Grote, over seks of astrologie). Desondanks is het Aleksandr Skorobogatov gelukt voor dit verhaal een hoge literaire onderscheiding in de wacht te slepen (“het beste verhaal van 1991”). Voor een reusachtig land als Rusland is dat niet gering!
Als je Sergeant Bertrand begint te lezen, begrijp je de reden van die prijs. Het is een geweldig verhaal dat meteen naar de keel grijpt (en om eerlijk te zijn ook wel naar andere lichaamsdelen) en je niet meer loslaat. Het is laconiek en pointillistisch geschreven in een taal zonder enig overbodig detail. Zoals in de repetitieve muziek, moeten de herhalingen de lezer nog meer angst inboezemen. En dat maakt het verhaal uitermate sterk. Die jong god weet zijn lezer te intrigeren door een gemeen, voyeuristisch verhaal. Je wordt als lezer bijna medeplichtig aan de noodlottige afloop.
En er is nog meer. Het boek zit boordevol raadsels en onuitgesproken onduidelijkheden. De schrijver schijnt die ongewisheid over wie wat heeft gedaan te cultiveren en drijft daardoor de spanning nog meer op. Het is niet zo duidelijk waar de roman eigenlijk over gaat: een gestrand huwelijk? Ontrouw? Jaloezie? Afrekening met of wraak op sensuele (seksuele) vrijpostigheden van de vrouw? Of gaat het misschien om de ontdubbeling van de persoonlijkheid? Misschien wel over een jaloerse man die schizofreen wordt, omdat vreemde zijn vrouw — mooi, goed gebouwd en zinnelijk — uitkleden, met blikken én met hun handen? Zelfs een eerste, snelle lectuur moet duidelijk maken dat hier niet alleen een prozaïst aan het werk is, maar ook een toekomstig scenarioschrijver. Dit verhaal kan zo verfilmd worden, met een atmosfeerschepping een Polanski waard.
Al deze elementen maken van Sergeant Bertrand een buitengewoon spannend verhaal van een jonge auteur met een rijke fantasie, dubbelzinnig, fascinerend, maar ook ziekelijk en pervers. Kortom, een groot talent. Een om naar uit te kijken. Uitgever Dedalus heeft weer eens een voltreffer gebracht: dit keer geen plaatselijke mooie, jonge god, maar een Russische. En dat in een uitstekende vertaling en passende vormgeving. Als het zo is dat de Russen komen, mogen er veel komen!
Manu WAEGEMANS, Het Laatste Nieuws, 24-25 oktober 1992